De pubertaire status wordt aan de hand van 3 dimensies beoordeeld.
- Bij meisjes zijn dit de borstontwikkeling (B), de pubisbeharing (P) en de leeftijd van de menarche.
- Bij jongens zijn dit de uitwendige genitaliën (G), het testisvolume (T) en de pubisbeharing (P).
De secundaire geslachtskenmerken (de borstontwikkeling, de pubisbeharing en de uitwendige genitalia) worden geëvalueerd door visuele inspectie. Voor elk kenmerk onderscheidt men vijf ontwikkelingsstadia. De foto’s van de scorekaarten gebruikt in de studie Vlaamse Groeicurven geven een geïllustreerde beschrijving van elk stadium en dienen als richtpunt bij het scoren. De ontwikkelingsstadia zijn niet noodzakelijk dezelfde voor alle kenmerken. Het is best mogelijk dat de P-score verschillend is van de B- of de G–score. Elk kenmerk moet bijgevolg afzonderlijk worden beoordeeld.