De richtlijn is duidelijk en helder: bij een ‘BORDERLINE’ geef je (aanvullend op de bespreking van het testresultaat, zie Werkwijze SPIN-test, deel 5.5.4) preventief advies, bij een ‘FAIL’ verwijs je naar een NKO-arts.
>>FAIL : de kans op NS GV is reëel en moet worden onderzocht
>>BORDERLINE: de kans op onderliggend NS GV is aanwezig
>>PASS: de kans op onderliggend NS GV is erg klein
De afkapwaarden zijn erg zorgvuldig vastgelegd (cfr. rapport van de praktijktoets die plaatsvond in 2014-2015 – deel 2 kwantitatief verslag, ‘keuze van de meest geschikte afkapwaarden’).
Verschillende elementen werden in rekening gebracht:
- het verwijspercentage dat het criterium oplevert,
- de interkwartielafstanden van de SRT-resultaten ten opzichte van de mediane SRT voor de leeftijdsgroep (dit leert hoe sterk het gemeten SRT-resultaat afwijkt van de mediane SRT voor de leeftijdsgroep),
- de automatische, interne controle van de criteria voor onbetrouwbaarheid meting (een meting wordt automatisch als onbetrouwbaar beschouwd als er een plafond van +10 dB SNR wordt geraakt en/of als er te grote schommelingen (standaarddeviatie ≥ 3,0 dB) zijn in de gemeten SRT-waardes).
Er zal altijd een groepje leerlingen zijn bij wie het testresultaat net aan de ‘FAIL’- dan wel ’BORDERLINE’-kant van het criterium ligt. Bij hertesten kunnen ze net over de afkapwaarde worden getild en aldus aan de ‘BORDERLINE’- respectievelijk ‘PASS’-kant van het criterium komen te vallen, dankzij oefening, verhoogde aandacht of gokken met méér geluk. Naar persoonlijk gevoel beslissen dat dit dan ‘beter’ is dan het resultaat van de eerste test is op dit moment lichtvaardig en dus niet wenselijk. Zo zou je die leerlingen een verwijzing naar de NKO-arts of extra sensibilisering ontnemen.
De gepseudonimiseerde testresultaten van alle leerlingen worden grondig bestudeerd. Na de praktijktoets gebeurde dit een eerste keer in 2019, wat o.a. resulteerde in een wijziging van de afkapwaarde (cfr. addendum op de kwantitatieve bespreking van de praktijktoets). Een volgend onderzoek van de testresultaten is voorzien in 2022.
Het is belangrijk te weten dat het screeningsprogramma streeft naar een aanvaardbare balans tussen vals positieve (onnodige verwijzingen) en vals negatieve (gemist gehoorverlies) testresultaten. Wanneer we zo weinig mogelijk kinderen met neurosensorieel gehoorverlies willen missen, is een klein aandeel 'vals positieven' en dus onnodige verwijzingen onvermijdelijk.
De enige situatie waarin het herhalen van de SPIN-test is aangewezen, is bij een ‘ONBETROUWBAAR’ testresultaat. Lees meer hierover in het antwoord op deze 'Veelgestelde vraag'.
Tot slot voegen we nog graag toe dat het verkeerd opzetten van de hoofdtelefoon (omwisselen van links en rechts) ertoe leidt dat (bij een verschil tussen beide zijden) het verkeerde oor geïdentificeerd zal worden als zijnde minder goed horend, maar dat dit geen invloed heeft op de conclusie van de SPIN-test (‘PASS’, ‘BORDERLINE’ dan wel ‘FAIL’) en dus evenmin op het te volgen beleid.
VWVJ - juli 2022