THEORIE
Een volledig inhaalschema wordt toegepast wanneer er geen bewijs is van enige valide vaccinatie, omdat geen enkel van de aanbevolen vaccins werd toegediend of op een valide manier werd toegediend of omdat dit niet gedocumenteerd is.
Zolang een kind nog geen 5 maanden oud is, blijft het basisvaccinatieschema onverkort gelden en leidt elke vertraging van de vaccinatie alleen maar tot uitstel van de eerste 3 dosissen van het schema.
Vanaf de leeftijd van 5 maanden verschillen de inhaalschema's op een aantal punten van het basisvaccinatieschema:
-> De intervallen tussen 2 dosissen worden gewijzigd in functie van het type vaccin;
-> Het aantal dosissen dat vereist is om een doeltreffende bescherming te verzekeren neemt af met de leeftijd;
-> De inhaalschema's omvatten maximaal 3 dosissen per vaccinatie en kunnen binnen een termijn van 6 à 8 maanden worden afgewerkt, wat de uitvoering ervan in belangrijke mate vergemakkelijkt.
Men houdt in alle gevallen rekening met de vaccins die ter beschikking worden gesteld door de Vlaamse en Franse Gemeenschap.
- Volledig inhaalschema voor kinderen vanaf 2 tot en met 12 jaar (tabel 2 in de Standaard)
- Volledig inhaalschema voor kinderen vanaf 13 tot het einde van het secundair onderwijs (tabel 3 in de Standaard) (update september 2024)
Zodra de inhaalvaccinatie is uitgevoerd, wordt verder gevaccineerd volgens het basisvaccinatieschema.
PRAKTISCH
Rekening houdend met de mogelijkheden van het simultaan vaccineren, met de huidige epidemiologie en de vaccins die ter beschikking staan van het CLB anno 2023 kan je hier begeleidende documenten voor de CLB-medewerker vinden.