PERSBERICHT VAN JO VANDEURZEN,
VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN
15/09/2017
Oogafwijkingen bij Vlaamse kinderen sneller opgespoord
Kruimelpad
Oogafwijkingen bij Vlaamse kinderen sneller opgespoord
Uit een evaluatie van 5 jaar oogscreening aan de hand van gegevens geregistreerd door de Centra voor Leerlingenbegeleiding, blijkt dat oogafwijkingen bij kinderen sneller worden opgespoord. “Dit onderzoek naar de oogscreening bij jonge kinderen door Kind en Gezin en de Centra Leerlingenbegeleiding toont hoe belangrijk vroegtijdige screening in de preventieve gezondheidszorg is. De automatische gegevensoverdracht tussen Kind en Gezin en de Centra Leerlingenbegeleiding die op til is, zal een nog vlottere medische opvolging van schoolgaande kinderen mogelijk maken”, aldus Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Sinds 2003 wordt door Centra voor leerlingenbegeleiding ( CLB ) bij alle kinderen vanaf de start van hun schoolloopbaan een lui oog of een risicofactor voor een lui oog opgespoord. In 2012 startte ook Kind en Gezin, in opdracht van Jo Vandeurzen, minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin met een systematische oogscreening bij alle peuters van 12 en 24 maanden. De beide screeningsprogramma’s verlopen volgens wetenschappelijke onderbouwde standaarden.
De Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg (VWVJ) presenteerde tijdens het EUSUHM-congres in Leuven begin september de resultaten van haar evaluatie van oogscreening bij kinderen door Kind en Gezin en CLB. De analyse gebeurde op basis van de gegevens die tussen 2011 en 2016 door CLB-medewerkers geregistreerd werden n.a.v. het medisch consult in de eerste en tweede kleuterklas.
Uit de evaluatie blijkt dat oogafwijkingen bij jonge kinderen vroeger worden opgespoord. Zo neemt het aantal 4-jarigen met een bevestigde oogafwijking en met een visuele correctie toe, de proportie kleuters bij wie tijdens het eerste CLB-onderzoek voor het eerst een oogafwijking wordt gevonden, of die voor het eerst een bril kregen tussen het eerste en tweede CLB-consult is gedaald. Daarnaast toont de evaluatie aan dat kinderen op een vroegere leeftijd de nodige behandeling en visuele correctie krijgen: op 6 jaar tijd is de proportie van 3-jarigen die reeds een bril dragen op het tijdstip van het eerste CLB-onderzoek verdubbeld.
Binnenkort zal de gegevensoverdracht tussen Kind en Gezin en de CLB automatisch en elektronisch verlopen. Dit zal niet alleen een nog vlottere opvolging van de gezondheid en ontwikkeling van schoolgaande kinderen mogelijk maken, maar ook de mogelijkheid bieden om op populatieniveau de impact van oogscreening op voorschoolse leeftijd zichtbaar te maken. »
Voor de pers:
Nico Krols, woordvoerder van Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, 0476 90 79 72, nico.krols@vlaanderen.be
Voor meer informatie:
Prof. dr. Karel Hoppenbrouwers, wetenschappelijk adviseur VWVJ - 0494/56 76 38 (karel.hoppenbrouwers@med.kuleuven.be)
Dr. Katelijne Van Hoeck, coördinator VWVJ (katelijne.vanhoeck@vwvj.be)
Dr. C écile Guérin, wetenschappelijk medewerker VWVJ (cecile.guerin@vwvj.be)
Dr. Kristel Boelaert, Centraal Adviserend Arts, Kind en Gezin (kristel.boelaert@kindengezin.be)