Ongeveer 7 op 100 baby’s in België worden te vroeg geboren. Het KCE (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg) onderzocht een aantal medische interventies om vroeggeboorte te voorkomen. Het rapport "Preventie bij verhoogd risico op vroeggeboorte - Evaluatie van een aantal courante interventies" (juli 2014) is hiervan de neerslag.

Samengevat:

  • Niet alle zwangere vrouwen met spontane, vroegtijdige weeën zullen ook effectief te vroeg bevallen. Om onnodige ongerustheid en mogelijke bijwerkingen van weeënremmers te vermijden is het belangrijk het risico juist te kunnen inschatten. Dit kan met behulp van een aantal veilige en betrouwbare testen, nl. een echografie van de baarmoederhals zo nodig gevolgd door een uitstrijkje om bepaalde chemische merkers op te sporen. Op die manier worden onnodige hospitalisaties en behandelingen uitgesloten. Het KCE beveelt dan ook de terugbetaling van deze testen aan.
     
  • Als er toch een reëel risico op vroeggeboorte is, kan het toedienen van cortisone en magnesiumsulfaat aan de moeder de longen en de hersenen van de baby beschermen.
     
  • Bij vrouwen met een eerdere vroeggeboorte verminderen vaginale ovules (progesteron) vanaf het tweede trimester het risico op een prematuur kind en op complicaties bij de baby.
     

Lees meer in het KCE-rapport.